De muur in kaart brengen

We raden aan om altijd eerst de muur in kaart te brengen. Dit houdt in dat u verschillende balken afleest op verschillende hoogtes. Doe dat ook als u op zoek bent naar maar één enkele balk. Waarom? Omdat u zeker wilt weten dat de balk die u heeft gevonden ook echt een balk is.

Elk muur is anders. Als er alleen maar balken in of achter u muur zaten, was in kaart brengen niet nodig. Dan was het een kwestie van balken markeren, klussen en klaar. Helaas zien sommige muren er vanbinnen zo uit:

Alle balkzoekers reageren op dichtheid en zullen elk zwaar object (dus niet alleen een balk) achter muren traceren. Dit betekent dat de balkzoekers bijvoorbeeld ook pijpen, draden, afvoerbuizen en ´sleutels´ van stucwerk in muren van schrootjes en pleisterwerk kunnen ontdekken. Ook kunt u constructiewerk tegenkomen, zoals dubbele of zelfs drievoudige balken en zeldzame (maar lastige) diagonale draagbalken.

We raden aan om twee of meer stroken afplak- of schilderstape te gebruiken op verschillende hoogten van uw muur, en de objecten te markeren op de tape in plaats van direct op de muur. Op deze manier kunt u bepalen welke objecten direct naar boven en beneden lopen (meestal het geval bij balken; pijpen en bedrading lopen vaak alle kanten op) en kunt u de afstand meten tussen deze objecten (balken staan meestal 45 cm uit elkaar; andere objecten staan op onregelmatige afstand van elkaar).